Clicky

U gebruikt een verouderde browser. Wij raden u aan een upgrade van uw browser uit te voeren naar de meest recente versie.

Een verhaal over klapperstenen (plus leuke wandeling!)

Gepost 2013/11/25

IJzerindustrie midden op de Veluwe? Tegenwoordig is het volledig ondenkbaar, maar in de vroege middeleeuwen alledaagse realiteit. Destijds produceerde men ijzer uit zogenaamde klapperstenen: een intrigerende naam. En wat had de Hunneschans -nabij het huidige Heveadorp- ermee te maken?

Al in de Romeinse tijd dolf men moerasijzererts (ijzeroer) in de Lage Landen. Deze verharde ijzerhoudende lagen vormden de grondstof voor zwaarden, bijlen en andere ijzerhoudende producten.

Klapperend geluid

Van de achtste tot in de tiende eeuw was ijzerwinning uit klapperstenen van grote economische betekenis op de Zuidoost-Veluwe. Klapperstenen bestaan uit een ijzerhoudende buitenkant en een kern van leem. Ze worden gevormd doordat ijzerdeeltjes die zich in water bevinden zich op leembolletjes afzetten. Als zo'n steen later in een droge afzetting terechtkomt, droogt en krimpt de lemen kern. Daardoor komt deze los van het ijzeromhulsel. Veel van deze klapperstenen maken dan ook een klapperend, rammelend geluid als ze heen en weer worden geschud.

Ontbossing

Naast ijzerhoudende klapperstenen was op de Veluwe ook brandstof voor de smeltovens in overvloed aanwezig. Een gouden combinatie want om een kilo bruikbaar ijzer te verkrijgen, was naast 13 kilo ijzererts maar liefst 130 kilo houtskool (gewonnen uit 760 kilo eikenhout) nodig. Het vuur in de ovens werd aangejaagd door blaasbalgen die men met de voet aandreef. Waarschijnlijk nam met deze aanzienlijke ijzerindustrie de latere ontbossing van de Veluwe een aanvang.

Handelsroute

Veel van het ijzer dat men op de Veluwe produceerde diende als handelswaar. Een van de belangrijkste handelsroutes liep van de binnenzee Almere in het noorden naar de Rijn en ging vervolgens mogelijk nog verder zuidwaarts. De ringwalburchten bij Uddel en Heveadorp waren er zowel voor de bescherming van het productiegebied als van de noordelijke en zuidelijke handelsroutes. De handelsroutes en ringwalburchten stonden onder Saksisch gezag.

Adela en het saksenros

Wat herinnert er in het Renkumse vandaag de dag nog aan deze Saksische periode? Allereerst zijn daar de verhalen over Adela de Wrede van Hamaland , de gevreesde heerseres die ook de Duno tot haar bezittingen mocht rekenen.

En ook steigert in het gemeentewapen van Renkum nog altijd het saksenros, ook wel het Twents ros of Saksische ros genoemd. Oorspronkelijk zou dit een zwart paard zijn geweest. De legende wil echter dat Widukind na zijn bekering het zwarte paard door een wit verving. Het saksenros wordt in Nederland verder alleen in Twente gebruikt (op wapen en vlag en in het logo van de FC.). Dit maakt het wapen van Renkum dus erg bijzonder.

Spectaculair

Het meest tastbare overblijfsel uit de Saksische tijd rond Renkum zijn wellicht de restanten van de vroegere infrastructuur. De ringwalburcht op de Duno natuurlijk. Maar ook zijn in de Wolfhezer bossen nog gedeelten van de oude handelsweg terug te vinden.

Ronduit spectaculair voor wandelaars is de imposante stuwwal middenin het bos. Daar waar de helling iets flauwer is kun je je een goede voorstelling maken van het verkeer van weleer. Het is op deze plek dat de middeleeuwse karren -zo goed en zo kwaad als het ging- het obstakel konden nemen. (Zwaarbeladen karren die omlaag moesten, gebruikten enorme takkenbossen aan touwen om de vaart te minderen. )

Deze plek is de moeite waard om eens te gaan bekijken. Zie voor de routebeschrijving vanaf Bilderberghotel Wolfheze de linkerkolom.