Verdwenen dorpen: van Poppendam tot Oud Wolfheze
"Ooit had het dorpje Amsterdam een grote broer met een carnavaleske naam: Poppendam. Tussen beide buurdorpen woedde een felle concurrentiestrijd, die Poppendam glansrijk leek te gaan winnen. Op een goede dag bedong Amsterdam het alleenrecht op de invoer van Duitse bieren. Een schot in de roos! Als een magneet trok de hoofdstad in wording ineens mensen aan. Poppendam werd spreekwoordelijk leeggezogen en verdween van de kaart. "
Bert Stulp en toehoorders op de oude heirbaan. Nu is het een pad in het bos, ooit was het de hoofdverbinding tussen Arnhem en UtrechtAan het woord is Bert Stulp die in het gastvrije hotel Wolfheze vertelt over zijn fascinatie voor verdwenen dorpen.
Tijdens de lezing wordt al snel duidelijk dat het verhaal van Poppendam niet op zichzelf staat. In de loop der eeuwen verdwenen talloze Nederlandse dorpjes door uiteenlopende oorzaken van de aardbodem.'
Bert Stulp bracht al bijna 500 van deze vroegere nederzettingen in kaart.
Apocalyptisch verhaal
Tijdens zijn lezing strooit Bert met treffende voorbeelden. Want of het nu gaat om dorpjes, dorpen, gehuchten of buurtschappen; zonder uitzondering hebben ze hun eigen apocalyptisch verhaal.
Zo werd de voorloper van het huidige Kootwijk bedolven onder het stuifzand, is het kasteeldorp van Doorwerth verwoest tijdens de Slag om Arnhem, en zakten -door inklinking van het laagveen- talloze dorpjes weg in hun eigen grondwater. Het leeuwendeel van de in Nederland verdwenen dorpen echter, is verzwolgen door de zee. Met name in Noordoost Groningen en Zeeland.
Gevangeniseiland
Bert Stulp vertelt over de Zeeuwse stad Reymerswaele die zowel in 1530 als in 1532 werd getroffen door verwoestende stormen, en na een eeuwenlange strijd uiteindelijk in het huizenhoge water wegzonk. De allerlaatste restanten van de stad vormden nog enige tijd een gevangeniseiland waarop 400 Spanjaarden werden vastgezet. Hierop besloten de weinige Reymerswaelers die hun stad trouw waren gebleven, deze alsnog te verlaten.
Proceskaart
Na de levendige lezing met indrukwekkende verhalen, is het rond drieën tijd voor het wandelgedeelte van deze middag. Met liefst 27 wandelaars lopen we naar de plaats waar zich ooit Oud Wolfheze bevond. Het dorp werd tijdens de 80-jarige oorlog geplunderd en vervolgens verlaten.
Bij de entree hebben alle deelnemers een kopie gekregen van de zogenaamde proceskaart uit 1553. Aan de hand van dit eeuwenoude document lopen we allereerst naar de zogenaamde heirbaan -ooit de doorgaande weg tussen Arnhem en Utrecht- nu een bospad. Indrukwekkend is de kapelleheuvel waar de omtrek van het vroegere kerkje nog duidelijk zichtbaar is. Het is een plek die vele vragen oproept.
Wie een denkbeeldige cirkel van 2 kilometer rond het vroegere Wolfhezer kerkje trekt, treft daarbinnen meer dan 20 voor-Christelijke monumenten aan. De hoogste daarvan is de Koningsheuvel (foto)Voorchristelijke cultusplaats?
Wie namelijk het vroegere kerkje van Wolfheze als middelpunt neemt, en er een denkbeeldige cirkel van 2 kilometer omheen trekt, treft daarbinnen 20 voorchristelijke grafheuvels aan. Bert Stulp vertelt dat de kapellleheuvel heel goed een voorchristelijke cultusplaats kan zijn geweest.
Tijdens de kerstening eigende de katholieke kerk zich dit soort plaatsen vaak toe, De heidense tempel werd dan vervangen door een kerk of kapel en op die manier ingelijfd. Dit zou verklaren waarom Wolfheze eeuwenlang een imposante kerk had, terwijl het uit hooguit vijf boerderijen bestond.
Wodanseiken
Aan het eind van de wandeling passeren we de beroemde Wodanseiken, zo'n 450 jaar oud, geplant dus ten tijde van de ondergang van Wolfheze.
Het verleidt een deelneemster aan de wandeling tot een oud rijmpje over eiken: 'Drie eeuwen groeit hij, drie eeuwen staat hij pal, drie eeuwen bereidt hij zijn val.' Het is een mooie afsluiting van een middag vol fascinerende historie.
Meer informatie over verdwenen dorpen in Nederland vindt u op de website van Bert Stulp: www.verdwenendorpen.nl